Auteur Topic: Geschiedenis Tholen deel 2 zldill  (gelezen 2204 keer)

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Offline webmaster

  • Administrator
  • Full Member
  • *****
  • Berichten: 172
  • Geslacht: Man
  • local historian
  • -Locatie: Willem van Beierenstraat
Geschiedenis Tholen deel 2 zldill
« Gepost op: augustus 04, 2017, 11:46:22 pm »

Dezelfde kaart, doch ongekleurd op groot papier.

Dezelfde kaart, doch gekleurd volgens de polders, met aantee-
keningen door Verheije van Citters.

Hierop: Schakerloo, bedijkt voor 850 ; Poortvliet voor 1290; Nieuw Strijen-
ham 1810; Uiterste Nieuwland 1369; Stavenisse 1391, overstroomd 1509 ,
herdijkt 1599 ; Oud Vosmeer voor 1410; St. Annaland 1475; Oncommer of
Rubeerpolder 1482; St. Philipsland 1486, overstroomd 1511 , 1530 en 1532,
herdijkt 1645; Heer Boudewijnspolder overstroomd 149Ó, herdijkt 1693; Oud
Glimes 1490, overstroomd 1570, herdijkt 1688; Oud Kempenshofstede 1499;
Schuddebeurs 1516; Mattenburg 1526; Hikkepolder 1546, herdijkt 15615
Pluimpot 1556 ; Breedenvliet 1560 ; Oude Heijpolder 1560 ; Nieuwe Heijp 1565 ;
Nieuw Vosmeer 1566 ; Vogelenzang 1567, Heenepolder 1609; Boerengorspolder
1630; Heerenpolder 1634; Eendragtpolder 1697; Auvergnepolder 1693; Nieu-
wepolder 1731; Henriettepolder 1776. Over de groote kaarten van Tholen door
Hattinga, zie men van Visvliet, Inventaris, dl. I, bl, 9.

Kaart van de riviere de Eendragt en de landen gelegen tus-
schen Steenbergen en Tholen.

Hierop:    wI)e polders tusschen de steden Tholen in Zeeland en Steenbergen in

Staats Brabant, zijnde geïnnundeerd van de Schelde tot Steenbergen namelijk;
de Bergsche, Oud Glimes, Rubeere (of oncommer polder) en aanwas, het
Westland en Graaf Hendrikuspolder, benevens de doorsnijdingen, met de bat¬
terijen daarachter, en de binnewerken ofte avennen na den Eendragtsdijk. Al¬
les vertoond, zooals zich de bovengemelde werken bevonden den 31 December
1747 , waardoor de vijand belet werd zich teformeeren en campeeren en kanon
met amunitie van oorlog te vervoeren achter den dijk van de Eendragt, als¬
mede het land van Tholen voor den vijand zooveel mogelijk gedekt en tegelijk
de communicatie met Steenbergen opengehouden werd. Aldus opgenomen, ge-
carteerd en voltrokken door een ingenieur ten dienste van den stuat der Ver-
eenigde Nederlanden in Tholen den 1 Januari 1748 en na dezelve gecopieerd
door CORNELIS MaRKE.”

Deze geteekende en gekleurde kaart is breed 116, hoog 82 c. M.; op een
schaal van 500 roeden op 158 m. M. Verheije van Citters schreef er bij:
/, De Auvergne- of Bergsche polder heeft voor den Spaanschen oorlog bestaan
uit de polders van Drijannaland, Noordland, Heer Boudinspolder, Noordpolder,
Nieuw Glimespolder en Oost Nieuwland, welke polders door dijken gesepareerd
waren; zijn 1576, bij gelegenheid der Spaansche oorlogen , geïnnundeerd en
drijvende gebleven tot 1692.” Bij den Auvergnepolder lag de hofstede van
Josina Perduin, wed. van Citters.

3Ö7

Titel waarop:. het eiland Tholen en een ledig wapenschild.

Het tegenwoordige eiland Tholen, ook wel het eiland van Ter Tholen ge¬
noemd , bestond vroeger uit. onderscheidene kleine eilanden als Tholen, Stave-
nisse, Poortvliet, St. Maartensdijk en Schakerloo, door meer of min breede
wateren van elkander gescheiden. Het behoort onder de oudst bewoonde streken
van Zeeland en werd voorheen grootendeels onder Brabant gerekend, waarom het
geestelijk rechtsgebied aldaar niet aan den bisschop van Utrecht, maar aan dien
van Luik toekwam. Het werd van Brabant afgescheiden door den stroom de
Striene of Struone , waaraan, gelijk bij Zuid-Beveland gezegd is, het erfgoed
der H. Geertruida van Landen grensde. Volgens van den Bergh, {Handboek,
2e. di\, bl. 83) , liep die rivier door het land dat later meest verdronken is
en gedeeltelijk opgenomen in Holtland bij Dordrecht, dat onder den Frieschen
graaf Dirk , in den aanvang der elfde eeuw, het begin van Holland werd. Van
het vergane Strijemonde , in de buurt van het tegenwoordig Klaaswaal, waar in
1274 een tol was, stroomde deze rivier zuidwaarts, misschien met een zijtak,
de Cromstrijen, langs Bodemaeroort en waarschijnlijk door het zoogenoemde
Strijenmondsche diep en het Volkerak voorbij Steenbergen. Daarna liep zij achter
Tholen om en vereenigde zich met de Schelde tusschen Poortvliet en Scha¬
kerloo , waar de stroom in de veertiende eeuw in den Strijenpolder en Strijenham
werd afgedamd, toen Boudkwïjn van Ierseke zijn land in Strijen, gelegen
tegen Poortvliet en Schakerloo , aan Willem Arnoudse te bedijken gaf, (Box-
horn , dl. II, bl. 137; Mieris, dl. II, bl. 89). Nog in 1526 werd in dezen
stroom Mattenburg onder Nieuw Vossemeer gewonnen, (Dresselhuis, a. w.,
bl. 112). De opwas, waar Schelde en Striene samenkwamen, zou het begin
van Tholen zijn geweest en de tol, welke de hertog van Brabant hier hief,
even als de graaf van Zeeland dat te Iersekeroord deed, tot den naam der stad,
waarnaar het eiland genoemd werd , aanleiding hebben gegeven, (Smallegange , bl.
547; Dresselhuis, a. w., bl. 106, 108; van den Bergh, Handboek, bl. 222).

Als de voormuur van Zeeland, werd dit eiland, vooral in den oorlog met
Spanje, aan de zuid- en oostzijde door een reeks van schansen versterkt.

De nabijheid van het in vorige eeuwen weinig bebouwde en bewoonde Noord-
Brabant bracht teweeg, dat tot in de zeventiende eeuw, ook in Tholen nu en dan
wolven irondzwierven , welke ougenoode gasten meest over het ijs binnendrongen.
In de dorpsrekening van Scherpenisse over 1603 komt o. a. voor „betaald de wolf-
jagers van Poortvliet van dat zij drie wolven gevangen hebben en dat voor onze
portie 20 schell.” en nog eens „ mr. Gabriel van een wolf door die van St.
Maartensdijk gevangen bij accoord de som van 14 schell., 7 gr., (Nehalennia
waarvan de noordelijke het Slaak licct, terwijl de westelijke, door schorren en
slikken vloeijende, zich in de Krabbe en Mosselkreek verdeelt en in het Mastgat
alt. Uit de Krabbekreek kwam de Pluimpot voort, welke de grens uitmaakte
usschen St. Annaland en St. Maartensdijk met Poortvliet, Scherpenisse en West-
kerke en bij bet Wulpgat in de Schelde viel. Het noordelijke is tot een polder
ngedijkt de Pluimpot geheeten; het zuidelijke deel is nog niet geheel ingedijkt,
doch er ligt bij Scherpenisse een dam door, waarover de weg naar St. Maar¬
tensdijk loopt.

De kaart van Resen komt ook voor in het provinciaal archief, ('Inventaris,
dl. I, bl. 18, no. 26).

Over Petrus Resen en zijn geslacht deelt de la Rue een en ander mede,
(Geletterd Zeeland). Pieter Resen huwde Maria van den Steen. Zijn zoon
trouwde Margareta Vos van Cortenbacii , waaruit geboren werd Pieter en
Francois Resen. Enkele aanteekeningen over zijn geslacht, waarschijnlijk met
Dalem verwant, {Zelandia illustrdl. I, bl. 119, 481), bevinden zich onder
de handschriften van het Zeeuwsch genootschap {Catalogus, bl. 35); mede wor¬
den aldaar bewaard P. van Resen , Quinquaginti Psalmi Davidici Jambico
carmine rediti 1625 , in 12°. De dichter is waarschijnlijk een kleinzoon van
den landmeter en cartograaf.

Het eiland Thoien en omliggende stroomen.

Gekleurde kaart, zijnde een deel uit de kaart van Ottens. Hierop de Berg-
schepolder, bedijkt 1692 (1693) wat den tijd der vervaardiging dezer uitgaaf
bepaalt. Daarop zijn aangewezen de volgende buitenplaatsen of hofsteden. In
Kempenshofstede : Jhr. Serooskerke’s hofstee, Heer O ckers hofstee; in St. An-
nenland: Petro Gutiers hofstee ; in St. Maartensdijk : het Slot, Cromstrijen en
Mogge’s hofstede; in Vosmeer: Hoogkamer , het Fransche kasteel; in Nieuw
Vosmeer: Heer Ockerse en Heer Bolle’s hofstede.

Merkwaardig zijn hierop de batterijen welke Thoien beveiligen. In den Ra-
zernijpolder ligt eene redoute, bij Venusdam eene redoute; idem bij Strijenham,
bij de sluis van Scherpenisse , bij Westkerke, bij St. Maartensdijk. In Stave-
nisse vier kwartieren en behalve de reeds genoemde schansen aan de Noord-
Brabantsche zijde van den Eendracht, vond men nog versterkingen te Scher¬
penoord, bij ’t gors van Vrijberghe in den Hikkepolder (’t Spaansch bolwerk)
en redouten bij de Papenmuts en Botshoofd onder Oud Vosmeer enz.

Nieuwe taart van het eiland Thoien } Nieuw Vosmaer en St.
Philipsland. Opgenomen door W. T. Hattinga , med.
doet. 1744. Amst. 1753.

Gekleurd naar de verschillende ambachten. Hierbij een lijst der jaarmarkten
uit een almanak en een afstandswijzer uit de Kanter en Dresselhijis . Pro¬
vincie Zeeland,

1850, bl. 291). Een wapen heeft dit eiland, voor zoover ik weet, nooit ge¬
had, „ aangezien,” zegt Ermerins, {Zeeuwsche oudheden, dl. VIII, bl. 84),

„het rechtsgebied, land- en dijksbestuur onderscheiden en de een van den an¬
deren geheel onafhankelijk zijn.”

Kaart van de waarschijnlijke opkomst der polders in het eiland
Thoien.

Onvoltooide schetskaart, breed 47, hoog 87 c. M., ontworpen of gecopieerd ;
door J Vkrheije van Citters.

In 966 werd, gelijk opgemerkt is, door keizer Otto aan de abdij van Ni-
velles de erfenis bevestigd der H. Geertruida , gelegen in de gouw Tessandria |
aan de rivier Struone in de villa Bergond, benevens de eilanden Bieveland,
Spiesant en Gerselre. Er moet, zegt van den Bergh , ook een brief van Otto
II bestaan (dus uit de laatste helft der dertiende eeuw) waarin opgenoemd wor¬
den in de gomv Scaldis de villa Bergis (Bergen-op-Zoom ?) met drie eilanden
Sprange, Waterauge en Steeningen met kerk en tol (telonea); in de gouw'
Stria het erfgoed der uitverkoren Maagd zelve, Mons met zijn toebehooren,
Tremebla (Drimmelen), Sturnahem en de geheele visscherij bij de Maas, {vAn
den Bergh, Handboek, bl. 83). Dresselhuis maakt hiervan geen melding
doch van den Bergh plaatst deze eilanden op zijne kaart tusschen Bergen-op-
Zoom en het tegenwoordige eiland Schouwen. Bij meent dat zij uit schorren
en slikken bestonden en dat uit het tolhuis waarvan gesproken werd de stad
Thoien ontstond, {Handboek, bl 223).

Kaart van de rivier de Eendracht en de polders daaraan gele¬
gen , zoo die was a°. 1555. P. P. Tardieu sculps.

Uit Ermerins, Zeeuwsche oudheden, dl. II, bl. 6. Beschrijving der heer¬
lijkheden van Vossemeer en Vrijberghe. Op deze kaart aanteekeningen door
Verhei je van Citters met aanwijzing der namen behoorende bij de daarop
voorkomende nummers uit de gedrukte verklaring. De origineele kaart droeg
tot opschrift: Hoe contrefactum , sive'aggeris territorii Vosmeriani delineatio,
qui agger circa braehium Scalde (quem Eendrachtem vocant) aquarum aestibus
oppositus est, per me Petrum Resenium, geometram juratum, in hanc men-
suram (quam commodissime potuit fiere) redacta est. A°. 1555 P. Resen.

Deze arm der Schelde, als de Eendracht bekend, zou vroeger de Heendrecht
hebben geheeten, (ükesselhuis , a. w., bl. 138), en volgens sommigen de
Eendrecht of Eintrecht (de overtocht) beteekenen. Het schijnt gedeeltelijk een
van wege de ambachtsheeren van Vossemeer gegraven gracht te zijn voor wa-
terloozing en verdediging bestemd en op deze kaart wordt het zuidelijk deel
van de Eendracht de Vertrijse vaart of het kanaal geheeten, (van der Aa ,
a w., in Aanhangsel). Reeds vroeg had men hier met verlanding te worstelen,
want in 1555 werd geklaagd dat deze stroom ondiep en gemakkelijk te pas-
seeren was. Bij den polder Vrijberghe verdeelt de Eendracht zich in twee armen

Dezelfde kaart, doch ongekleurd op groot papier.

Dezelfde kaart, doch gekleurd volgens de polders, met aantee-
keningen door Verheije van Citters.

Hierop: Schakerloo, bedijkt vóór 850; Poortvliet vóór 1290; Nieuw Strijen-
ham 1310; Uiterste Nieuwland 1369; Stavenisse 1391, overstroomd 1509 ,
herdijkt 1599 ; Oud Vosmeer vóór 1410; St. Annaland 1475 ; Oncommer of
Rubeerpolder 1482; St. Pbilipsland 1486, overstroomd 1511 , 1530 en 1532,
herdijkt 1645; Heer Boudewijnspolder overstroomd 149Ó , herdijkt 1693; Oud
Glimes 1490, overstroomd 1570, herdijkt 1688 ; Oud Kempenshofstede 1499;
Schuddebeurs 1516; Mattenburg 1526 ; Hikkepolder 1546 , herdijkt 1561;
Pluimpot 1556 ; Breedenvliet 1560 ; Oude Heijpolder 1560 ; Nieuwe Heijp 1565 ;
Nieuw Vosmeer 1566 ; Vogelenzang 1567, Heenepolder 1609; Boerengorspolder
1630; Heerenpolder 1634; Eendragtpolder 1697; Auvergnepolder 1693; Nieu-
wepolder 1731; Henriettepolder 1776. Over de groote kaarten van Tholen door
Hattinga, zie men van Visvliet, Inventaris, dl. I, bl. 9.

Kaart van de riviere de Eendragt en de landen gelegen tus-
schen Steenbergen en Tholen.

Hierop:    „De polders tusschen de steden Tholen in Zeeland en Steenbergen in

Staats Brabant, zijnde geïnnundeerd van de Schelde tot Steenbergen namelijk :
de Bergsche, Oud Glimes, Rubeere (of oncommer polder) en aanwas, het
Westland en Graaf Hendrikuspolder, benevens de doorsnijdingen, met de bat¬
terijen daarachter, en de binnewerken ofte avennen na den Eendragtsdijk. Al¬
les vertoond, zooals zich de bovengemelde werken bevonden den 31 December
1747 , waardoor de vijand belet werd zich teformeeren en campeeren en kanon
met amunitie van oorlog te vervoeren achter den dijk van de Eendragt, als¬
mede het land van Tholen voor den vijand zooveel mogelijk gedekt en tegelijk
de communicatie met Steenbergen opengehouden werd. Aldus opgenomen, ge-
carteerd en voltrokken door een ingenieur ten dienste van den staat der Ver-
eenigde Nederlanden in Tholen den 1 Januari 1748 en na dezelve gecopieerd
door CORNELIS MaRKE.”

Deze geteekende en gekleurde kaart is breed 116, hoog 82 c. M.; op een
schaal van 500 roeden op 158 m. M. Verhei je van Citters schreef er bij :
„ De Auvergne- of Bergsche polder heeft vóór den Spaanschen oorlog bestaan
uit de polders van Drijannaland, Noordland, Heer Boudinspolder, Noordpolder,
Nieuw Glimespolder en Oost Nieuwland, welke polders door dijken gesepareerd
waren; zijn 1576, bij gelegenheid der Spaansche oorlogen , geïnnundeerd en
drijvende gebleven tot 1692.” Bij den Auvergnepolder lag de hofstede van
Josina Perduin, wed. van Citters,

Schetsteekeniug in inkt, breed 16, hoog 13 c. M. Schaal van 80 roeden
op 94 m. M. Dit fort lag aan het begin van de Eendracht over den Deur-
loopolder en schijnt pas na het beleg van 1747 te zijn opgeworpen.

Nieuw fort bij den Klatsendijk.

Schetsteekening als boven, breed 17, hoog 17 c. M., waarop de Rubeere,
de Glimes en de Eendrachtpolder. Het fort kreeg zijn naam naar het gehucht
de Klad of Leemkladde, niet ver van het oude kasteel van Halteren.

Plan van het nieuwe hoornwerk over de stad Tholen.

Schetsteekeuing als boven, breed 45, hoog 15 c. M., waarop de stad Tho¬
len , de Slabbekoornsche, Dalemsche en Bergsche polders.

Dezelfde voorstelling.

Teekening in kleuren, breed 45, hoog 15 c. M., schaal van 100 „ Rhein-
landischen ruthen” (wat den Duitschen ingenieur verraadt) op 67 m. M.
Hierop een gedeelte van de stad Tholen met de bolwerken.

Teekening van de bouwvallen van het voormalige dorp Slikkenburg,
gelegen hebbende bij de Eendragt tegenover de stad Tholen ,
bij het oude hoornwerk dier stad in den Bergschen polder.

Teekening in potlood, breed 17^, hoog 11 c. M , door J. Perkois 1791.
Afkomstig uit de collectie van den heer Andriessen.

Slikkenburg was het kroon- of hoornwerk of bruggenhoofd , aan de overzijde
van de Eendracht, der voormalige vesting Tholen. Niet ver van het tegen¬
woordige pontveer, zijn de sporen dier verschansing nog zichtbaar. In den vroe-
geren polder ’s Heer Boudewijnsland stond het kerkdorp, ook wel Slikkenburg
genoemd en waarvan „de slijktoren” hier afgebeeld is. Het ging in de zestiende
eeuw ten onder en nog heden worden aldaar soms grondslagen van gebouwen
uitgegraven. Op de kaart van Resen is het aangewezen als „ het dorp de Polder
genaempt onder Bergen” en op de kaart van Ottens „ slijkkenborch en de slik-
toren.” De zoogenoemde Bergsche polder , meer bekend als de Auvergnepolder,
bestond, vóór de overstrooming van 1540, uit verschillende polders, die in
1693 herdijkt, den Auvergnepolder werden genoemd, naar den graaf Pr ede rik
Maurits de la Tour d’Auvergne , door zijn huwelijk met Henriette Fran-
cisca van Hohenzollern , tijdens de herdijking, markies van Bergen.

Generaele beschrijving ofte caerte des marquisaats van Bergen-
op-Zoom ende alle de aengedijckte polders op de Schelde ,
daeronder sorteerende; onder stond en was onderteykent
Bute anno 1575 ££ en A. Braems. Op de rugge van

de caerte stond ook met oude letters //Oaerte van de ver-
droneken landen in Zuydt-Bevelandt.” Aldus bij mij onder-
gesehreven landtmeter gecopieerd en bevonden met zijn prin¬
cipaal te accordeeren. Aldus gedaan en voltrokken den
4 Aug. 1717 C. de Bye. Aldus bij mij onderget. geadm.
lantmeter gecopieerd en bevonden met de copje geteykent
door C. de Bye te accordeeren den 8 Sept. 1744 A.
van Schoor. Deze kaart na geme laatste copie authentiek
nauwkeurig gecopieerd den 8 Nov. 1789 door mij Yer-
HEIJE VAN ClTTERS.

Kaart, breed 74, hoog 69 c. M., op een schaal van 800 roeden Markiesaats
ofte Blois op 76 m. M. Op deze kaart is het eiland Tholen, doch alleen met
aanwijzing der dorpen afgeheeld. Over het oude markiesaat van Bergen-op-
Zoom, dat altijd, tot zelfs onder de republiek, eene soort van onafhankelijkheid
behield, zal bij de beschrijving van Portefeuille XII meer bijzonder gesproken
worden, (vgl. Ermerins , Zeeuwsche oudheden, dl. VII, Zuid-Beveland, bl.
62 en hier voren bl. 14.

Baron ij e van Breda, 't welck is een part van Brabandt, daer
in te sien is de thegenwoordige belegeringhe des jaers 1624
en 1625. Afgeteek. en uytghegeven door Jan van Ber¬
gen en Niclaas Geelkerck.

Gedrukte en gekleurde kaart van het belegerde Breda en een groot deel der
omstreken met Antwerpen , de forten aan de Schelde , Mechelen, ’s Hertogen-
bosch, Heusden, Dordrecht, Bergen-op-Zoom, met de verschillende schansen,
Vosmeer en Tholen. In den linkerhoek opgeplakt een adres en bericht. Dezelfde
kaart als vermeld wordt in Fred. Muller, a. w., bl. 204, n°. 1522

Kaerte van Bergemop-Zoom, Steenbergen ende de nieuwe for¬
tificatiën gemaeckt tot bevrijding van ’t Jand van Ter Tolen,
in ’t jaer 1628. J. Visscher exc. fol.

Hieronder in vier kolommen eene „ verklaringhe der ghelegentheyt en de ge¬
stalte tusschen Bergen-op-Zoom, Steenbergen en ’t Vosmeer, ’t Amsterdam bij
Olaes Jansz. Visscher, wonende in de Kalverstraat in den Visscher (1628).”
In deze verklaring wordt verhaald van den aanleg van het fort Hoogerwerve in
1627 ; van de pogingen om Bergen door verraad aan de Spanjaarden over te
leveren; van de versterking der stad; de inspectie door prins Frederik Hen¬
drik ; de voornemens van den vijand en andere berichten tot den 15 Mei van
genoemd jaar. Vgl. F. Muller, Historiepl., dl. I, bl. 212, n°. 1585.

Plan van het fort Nassauw, gelegen op de JBrabantsche zijde
aan de riviere de Eendracht, tegenover het voorlandt ofte
buitenschorren van 't landt van der Tholen, alwaer deselve
riviere is loopende tot in de Schelde; daerbij gesteld de
redoute genaemd Mollegat, liggende mede op de Brabant-
sche zijde, genoegzaam onder Mosselhoek. Door last van
de E. M. H. Kaden der staten van Zeeland getrocken en
gestelt op de groote maete in de maend September en Oc-
tober 1628 bij den ingenieur Philips Vlamingh.

Teekening, breed 82, hoog 51 c. M., op eene schaal van 50 roeden op 188
m. M., van een gebastioneerden vierhoek.

Dit fort ging met de strook grond waarop het aangelegd was , bij den vloed
van 1682 ten onder en er is van de plaats waar het gestaan heeft, aan den
ingang van het zoogenoemde Langewater , niets meer te bespeuren. Vgl. Ekme-
itiNS, Zeeuwscke oudheden, dl. VIII, bl. 20.

Plan van ’t fort Zeeland, gelegen op de Brabantsche zijde aen
de riviere de Eendracht, die komt van 't slaeck van Maer-
loo, loopende tusschen het voorzegde fort en ’t land van
Tholen, voorbij de stad enz. Door last van de E. M. H.
Kaden van de staten van Zeeland gestelt op de groote mate.
In de maand van September en October 1628 bij den inge¬
nieur Philips Vlamingh.

Geteekende kaart, breed 56, hoog 48 c. M., op eene schaal van 50 roeden
op 180 m. M. Hierop eene gebastoneerde vierhoek met eeu natte gracht en een
bedekten weg. Dit fort lag in den zoogenoemden ouden Glimespolder, waar het
Langewater in de Eendracht viel. Deze stroom kwam uit de Schelde voort en
zou voorheen de grensscheiding tusschen Brabant en Zeeland hebben uitgemaakt.
Door het bedijken van den Auvergnepolder is dit water afgedamd en stilstaand
geworden.

Plan van het fort Oraigne, gelegen aan de Brabantsche zijde
van de riviere de Eendracht, die compt uit het slaak van
Maarloo , loopende voor ’t Spaansche bolwerk, tusschen dat
fort en ’t land van ter Tolen. Door last van de E. M. H.
Kaden van staten in Zeeland getrokken en gesteld op de
groote mate in de maanden - September en October 1628
bij den ingenieur Philips Vlamingh.

i




%


■t J


*


Kaart als boven, breed 55, hoog 48 c. M., doch copie in Juli 1781 door
le Fevre. Ygl. over deze versterkingen o. a. Wagenaar, dl. XI, bl, 67.

Tabula Bergarum ad Zoman , Stenbergae et novorum ibi ope-
rum Ad amussim fecit Pranciscus a Schoten , prof. in
Aead. Leidensi. Apud G. Yalk en P. Schenk.

Kaart breed 53, hoog 22 c. M., schaal van 900 roeden op 123 m. M. In
een karton het castra Pinsii of kwartier van den kolonel Pijnse , waaronder in
afgesloten nauwelijks zichtbare letters staat Apud Joannem Janssonium.

Over Bergen* op-Zoom zal bij afd. XII omstandiger gesproken worden. Hier
is het vermeld als de voormuur van Zeeland.

Caert van ’t Scheldt ende Santvliet, vertoonende de verdronken
overwaterde landen , nieuw aangewassen gorsingen ende de
kreeken oft killen in en door deselve tusschen Bergen* op-
Zoom en Antwerpen. Van nieuws verbeterd door CJlaes
Jansz. Visscher 1640.

Kaart breed 42, hoog 28 c. M. Dezelfde als hiervoren bl. 19 vermeld,
alsmede Zelandia illustr., dl. I, bl. 82 en 83. Vgl. F. Muller, a. w., bl.
211, n°. 1576—1579. Hierop aangewezen de tocht der sloepen naar het land
van der Goes a°. 1627 en de weg van de vloot van Hare Hoochheden op den
12 September 1631 , (hiervoren op bl. 19 staat door een drukfout 1633).

Paskaert van de ghelegenheyt van de schans te Santvliet, ver¬
toonende de verdronken , overwaterde landen , nieuw aan¬
gewassen gorsingen en de kreeken ofte killen door deselve
tusschen Bergen-op-Zoom en Antwerpen. Van nieuws ver¬
betert door CJlaes Jansz. Visscher 1631. C 3. Visscher
excud. Boven rechts in eene afzonderlijke plaat Verove-
ringe van de Spaansche vloot in Seeland den 13 Sept. 1631.

Kaart breed 64, hoog 38 c. M. Schaal van 95 m. M., waarop het eiland
Tholen met omliggende landen en stroomen. Hierop de standplaatsen van het
Spaansche leger en de wegen waar langs de aanslagen zijn beproefd; de fortifi¬
catiën aan de Eendracht, zooals de schansen Oranje, Maurits, Zeeland, Slik—
kenburg, ’t Mollegat, Nassau en Hoogerwerve, bij de Zandvlietsche kreek.
Op het eiland Tholen een aantal bezette kleine verdedigingswerken langs de
dijken en de schans Nieuwerhaven bij Schakerloo. Verder de overal geplaatste
wachtschepen tot bescherming van Zeeland en den weg der Spaansche vloot.
Vgl. F. Muller, a. w., bl. 227, n°. 1671.